De aanduiding dat de flitser gereed is en de aan-
duidingen in het LC-display verdwijnen. De laatst
gebruikte functie-instelling blijft na het automatisch
uitschakelen behouden en is onmiddellijk na het
weer inschakelen ter beschikking.
De flitser kan met een willekeurige toets of door
het aantippen van de ontspanknop op de camera
weer worden ingeschakeld (Wake-Up-functie).
Als u de flitser langere tijd niet gebruikt,
moet hij in principe altijd via zijn hoofdscha-
kelaar worden uitgeschakeld!
3. Verlichtingshoek en reflector-
voorzetschijven
De flitser licht zonder reflectorvoorzetschijf norma-
le kleinbeeldopnamen (24 x 36 mm) met objectie-
ven met een brandpuntsafstand van 35 mm en
langer geheel uit. Door het aanbrengen van de
groothoekvoorzetschijf (dikte 2,5 mm) voor de
flitsreflector worden opnamen met objectieven met
een brandpuntsafstand van 24 mm en langer uit-
gelicht. Door het aanbrengen van de televoorzet-
schijf (dikte 7 mm) voor de flitsreflector worden
opnamen met objectieven met een brandpuntsaf-
stand van 85 mm en langer uitgelicht. De voorzet-
schijven kunnen van boven af op de flitser gescho-
ven worden.
Houd er rekening mee, dat de reikwijdte van
de flits door de inzet van de groothoekvoor-
zetschijf kleiner wordt, c.q. door de inzet van
de televoorzetschijf groter wordt. Let bij digi-
tale camera’s s.v.p. op de naar kleinbeeld-
formaat omgerekende brandpuntsafstanden
(zie de gebruiksaanwijzing van de camera)!
Voor een correcte aanduiding van de reikwijdte in
het LC-display van de flitser is het nodig, de reflec-
torstatus op de flitser in te stellen. Daarmee ’ziet’
de camera of de flitser met of zonder voorzetschijf
op de reflector wordt gebruikt.
Gebruik met de groothoekvoorzetschijf (’WIDE’)
Bij gebruik van de 24 mm groothoekvoorzetschijf
(dikte 2,5 mm) op de flitser, zo vaak op de toets
’ZOOM’ drukken, dat in het LC-display ’WIDE’
wordt aangegeven.
☞
☞
62
ń