den genomen. U hoeft zich niet te bekommeren
om de flitsinstelling, de elektronica in de camera
zorgt automatisch voor de juiste dosering van het
flitslicht. Voor de reikwijdte van het flitslicht moet u
op de aanduiding in het LC-display van de flitser
letten (zie paragraaf 5.7). Bij een correct belichte
flitsopname verschijnt gedurende ong. 3 s. in het
LC-display van de flitser de ’o.k.’-aanduiding (zie
paragraaf 5.2).
De TTL-flitsfunctie wordt door alle camerafuncties,
bijv. Program ’P’ (geheel geprogrammeerd, c.q.
’groene instelling’), tijdautomatiek (’A’ c.q. ’ Av’ ),
diafragma-automatiek (’T’, ’Tv’ of ’S’), onder-
werpsprogramma’s (landschap, portret, sport
enz.), Manual ’M’ enz. ondersteund.
Sommige digitale camera’s ondersteunen de
’normale’ TTL-flitsfunctie niet. In dat geval
moet de betreffende doorontwikkelde variant
op de TTL -flitsfunctie worden gekozen!
Instelling op de flitser
• Schakel de flitser via zijn hoofdschakelaar in.
• Druk zo vaak op de toets ’MODE’, dat in het
display ’TTL’ knippert.
De instelling treedt onmiddellijk in werking en
wordt na 5 s. automatisch opgeslagen.
Automatisch TTL-invulflitsen
Bij de meeste cameratypen wordt bij geheel ge-
programmeerd P en de vari- c.q. onderwerpspro-
gramma’s bij daglicht de automatische invulflits-
functie geactiveerd (zie de gebruiksaanwijzing
van de camera).
Met de invulflits kunt u vervelende schaduwen
wegwerken en bij tegenlichtopnamen een uitge-
balanceerde verlichting van onderwerp en achter-
grond bereiken. Een computergestuurd meetsys-
teem van de camera zorgt voor de geschikte
combinatie van belichtingstijd, werkdiafragma en
flitsvermogen.
Let er op, dat de bron van het tegenlicht niet
rechtstreeks in het objectief schijnt. Het meet-
systeem in de camera zou daardoor ge-
stoord kunnen worden!
Op de flitser hoeft u niets in te stellen en er vindt
geen aanduiding van deze functie plaats.
☞
☞
64
ń