1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
26
Onderhoudsintervalindicator
De onderhoudsintervalindicator geeft
aan hoeveel kilometer u nog verwij-
derd bent van de eerstvolgende onder-
houdscontrole volgens het onderhouds-
schema van de fabrikant.
Deze afstand wordt berekend vanaf de
laatste nulstelling van de onderhoudsinter-
valindicator op basis van twee parameters:
- het aantal afgelegde kilometers,
- de verstreken tijd sinds de laatste on-
derhoudscontrole.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 1.000 km
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5 seconden de onderhouds-
sleutel branden. De kilometerteller geeft
de resterende kilometers tot de eerst-
volgende onderhoudscontrole aan.
Voorbeeld: De afstand tot de eerstvol-
gende onderhoudscontrole bedraagt
4.800 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft
het display gedurende 5 seconden het
volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het
contact verdwijnt de onderhoudssleu-
tel; de teller geeft weer de kilometerstand
en de stand van de dagteller aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1.000 km
Voorbeeld: De afstand tot de eerstvolgen-
de onderhoudscontrole bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het dis-
play gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer in
werking en blijft de onderhoudssleutel
branden om aan te geven dat er
binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden.