1
i
i
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
27
Als u na deze handeling de accu
wilt loskoppelen, vergrendel dan
de auto en wacht minimaal 5 minu-
ten. Het op 0 zetten van de onder-
houdsintervalindicator zal anders
niet worden opgeslagen.
Op 0 zetten van de onderhouds-
intervalindicator
De onderhoudsintervalindicator moet
na elke onderhoudsbeurt op 0 gezet
worden.
Voer dit als volgt uit:
zet het contact af,
druk op de resetknop van de dagtel-
ler en houd deze ingedrukt,
zet het contact aan; de kilometertel-
ler begint terug te tellen,
laat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de onderhoudssleutel ver-
dwijnt.
De factor tijd kan worden meege-
wogen bij de nog af te leggen ki-
lometers, afhankelijk van de rijge-
woonten van de bestuurder.
De onderhoudssleutel kan ook
gaan branden als het interval van
twee jaar is overschreden.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
Als het contact wordt aangezet, gaat ge-
durende 5 seconden de onderhouds-
sleutel knipperen om aan te geven dat
de onderhoudswerkzaamheden zo spoe-
dig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de eerstvolgen-
de onderhoudsbeurt met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5 seconden het volgende aan:
5 seconden na het aanzetten van het
contact treedt de kilometerteller weer in
werking en blijft de onderhoudssleutel
branden.