CALORIES en PULSE instellen. Deze waarden kunt u instellen met behulp van de
UP/DOWN knoppen en bevestigen met behulp van de MODE/ENTER knop. U hoeft
niet elke waarde in te stellen; om een functie over te slaan kunt u op de
MODE/ENTER knop drukken zonder deze ingesteld te hebben. U kunt nu een
volgende functie –indien gewenst- instellen.
Let op:
Indien u een trainingstijd (TIME) heeft ingesteld, kunt u geen afstand
(DISTANCE) instellen om af te leggen. Het programma profiel bestaat uit 16
segmenten; elk segment stelt dan 1/16
e
van de trainingstijd voor.
Indien u een afstand (DISTANCE) heeft ingesteld om tijdens het programma af te
leggen, kunt u geen trainingstijd (TIME) instellen. Het programma profiel bestaat
uit 16 segmenten; elk segment stelt dan 1/16
e
van de ingestelde afstand voor.
Wanneer er geen tijd en afstand wordt ingesteld, stelt elk segment van het
programma profiel gelijk aan een afstand van 100 meter.
B. Druk op de START knop om te beginnen met het programma. Het STOP symbool
zal van het scherm verdwijnen. Nadat het programma gestart is, zullen de
waarden van de functies worden afgeteld of opgeteld. Tijdens het trainen kunt u
de UP/DOWN knop gebruiken om de weerstand aan te passen. De waarde van de
weerstand wordt op het scherm weergegeven (L1-L8).
C. Zodra een vooraf ingestelde waarde de nul bereikt heeft, of u de STOP knop heeft
ingedrukt, zullen de waarden op het scherm stoppen en zal de gemiddelde 500
meter tijd en het gemiddelde aantal slagen per minuut worden weergegeven.
3-2 PROGRAM
U kunt een programma selecteren uit P1-P12 met behulp van de UP/DOWN knop
en deze bevestigen met de MODE/ENTER knop
A. Nadat u een programma geselecteerd heeft, zal L1 op het scherm knipperen. U
kunt nu de weerstand (L1-L8) instellen met behulp van de UP/DOWN knoppen.
Gebruik de MODE/ENTER knop om deze te bevestigen. Nadat u de weerstand van
het programma heeft ingesteld, kunt u de waarden van TIME, DISTANCE,
STROKES, CALORIES en PULSE instellen. Deze waarden kunt u instellen met
behulp van de UP/DOWN knoppen en bevestigen met behulp van de
MODE/ENTER knop.
U hoeft niet elke waarde in te stellen; om een functie over te slaan kunt u op de
MODE/ENTER knop drukken zonder deze ingesteld te hebben. U kunt nu een
volgende functie –indien gewenst- instellen.