22 Veiligheidsgordels
Veiligheidsgordels bieden bescherming
Afbeelding 9 Bestuur-
ders die de veiligheids-
gordel correct dragen,
zullen niet weggeslingerd
worden bij plotseling
remmen.
Het juist dragen van de veiligheidsgordel kan de situatie grondig wijzigen.
Juist vastgegespte veiligheidsgordels houden de inzittenden in de wagen in
de juiste zithouding en reduceren in aanzienlijke mate de kinetische ener-
gie in geval van een aanrijding. De veiligheidsgordels helpen ook ongecon-
troleerde bewegingen te voorkomen die zwaar lichamelijk letsel kunnen
toebrengen. Tevens reduceren ze het gevaar uit de wagen te worden geslin-
gerd ⇒ Afbeelding 9.
De inzittenden die de veiligheidsgordel juist dragen, maken gebruik van het
feit dat die de kinetische energie absorberen. Ook garanderen de structuur
van de voorzijde en andere passieve veiligheidskenmerken van de wagen,
zoals bijvoorbeeld het airbagsysteem, een reductie van de bewegingsener-
gie. Op die wijze komt minder energie vrij en vermindert het risico op ern-
stig letsel.
De voorbeelden beschrijven frontale botsingen. Uiteraard reduceren de juist
vastgegespte veiligheidsgordels ook in alle andere soorten aanrijdingen
wezenlijk het gevaar op lichamelijk letsel. Om die reden moet de veilig-
heidsgordel omgegespt worden voor elke verplaatsing, hoe "kort ook". Let
er eveneens op dat ook de andere inzittenden goed zijn vastgegespt.
Ongevallenstatistieken hebben uitgewezen dat het juist omgespen van de
veiligheidsgordels het risico op lichamelijk letsel aanzienlijk verkleint en de
kans een zwaar ongeval te overleven vergroot. Juist vastgegespte veilig-
heidsgordels verhogen bovendien de beschermende werking van airbags
die in geval van een aanrijding worden geactiveerd. Om deze reden is in de
meeste landen het dragen van de veiligheidsgordels wettelijk verplicht.
Hoewel uw wagen met airbags is uitgerust, moeten de veiligheidsgordels
juist worden vastgegespt. Zo worden de voorairbags b.v. enkel geactiveerd
bij een aantal frontale botsingen. In geval van een frontale botsing, lichte
botsing van opzij of van achteren, indien de wagen omslaat of bij ongeval-
len die de activeringswaarde van de airbag, ingesteld in het regelapparaat,
niet overschrijden, worden ze niet geactiveerd.
Draag daarom altijd de veiligheidsgordel en let erop dat de inzittenden van
de wagen de veiligheidsgordel vóór het wegrijden juist hebben omgegespt.
Veiligheidsgordels
Gebruik van de veiligheidsgordels
Controlelijst
Gebruik van de veiligheidsgordels ⇒ :
●Controleer regelmatig de toestand van alle veiligheidsgordels.
●Houd de veiligheidsgordels schoon.
●Houd vreemde voorwerpen en vloeistoffen verwijderd van het gordelver-
loop, de slotgesp en het klikelement van de sloten.
●Zorg ervoor dat de gordel en slotgesp niet gekneld of beschadigd raken,
b.v. bij het sluiten van het portier.