41Airbagsysteem
De speciaal ontwikkelde airbag maakt het mogelijk dat het gas onder het
gewicht van de inzittende gericht wegstroomt. Op deze wijze wordt het bo-
venlichaam beschermd en door de airbag opgevangen.
Veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot de zijairbags
Het juiste gebruik van het airbagsysteem vermindert bij veel
aanrijdingen van opzij de kans op letsel aanzienlijk!
ATTENTIE
●Als de inzittenden geen veiligheidsgordels dragen, tijdens de rit naar
voren leunen of een verkeerde zitpositie aannemen, staan deze bij een
ongeval bloot aan een verhoogd risico op lichamelijk letsel als het air-
bagsysteem wordt geactiveerd.
●Om de zijairbags hun volledige beschermende werking te laten bie-
den, moet u tijdens het rijden de juiste zithouding voor de veiligheids-
gordel aanhouden.
●Tussen de inzittenden op de buitenste zitplaatsen en het werkingsge-
bied van de airbags mogen zich geen andere personen, dieren of voor-
werpen bevinden. Om de werking van de zijairbags niet te belemmeren,
mogen bovendien aan de portieren geen accessoires zoals bijv. beker-
houders worden bevestigd.
●Aan de kledinghaken in de wagen mag uitsluitend kleding met weinig
gewicht worden opgehangen. In de zakken van de kledingstukken mogen
geen zware en scherpe voorwerpen zitten.
●Er mogen geen grote krachten (zoals bijv. krachtig stoten of trappen)
op de zijkanten van de rugleuningen worden uitgeoefend omdat anders
het systeem kan worden beschadigd. De zijairbags zouden in dit geval
niet worden geactiveerd!
ATTENTIE (vervolg)
●Er mogen in geen enkel geval stoelhoezen op de stoelen met inge-
bouwde zijairbags worden aangebracht die niet uitdrukkelijk voor uw wa-
gen zijn goedgekeurd. Omdat de luchtzak aan de zijkant uit de stoel
wordt ontvouwen, zou bij gebruik van niet-vrijgegeven stoelhoezen de
beschermende werking van uw zijairbag aanzienlijk nadelig worden beïn-
vloed ⇒ pagina 221, Accessoires, vervanging van onderdelen en wijzi-
gingen.
●Beschadigingen aan de originele stoelhoezen of de rand van de zijair-
bagmodule moeten direct door een gespecialiseerde werkplaats worden
gerepareerd.
●De beschermende werking van de airbags geldt slechts voor één aan-
rijding en nadat ze geactiveerd zijn geweest, moeten ze vervangen wor-
den.
●Als kinderen een verkeerde zithouding aannemen, stelt u hen bij een
aanrijding bloot aan een verhoogd risico op lichamelijk letsel. Dit geldt
in het bijzonder voor kinderen die op de bijrijdersstoel worden vervoerd.
Want als het airbagsysteem bij een ongeval wordt geactiveerd, kan dit
ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben ⇒ pagina 47, Veilig
vervoeren van kinderen.
●Alle werkzaamheden aan de zijairbag en het uit- en inbouwen van on-
derdelen van het systeem vanwege reparatiewerkzaamheden (bijv. voor-
stoel uitbouwen) mogen alleen door een gespecialiseerde werkplaats
worden uitgevoerd. Anders kunnen er storingen in de werking van de air-
bags optreden.
●Aan de delen van het airbagsysteem mag geen enkele verandering
worden aangebracht.
●De aansturing van de zij- en hoofdairbags gebeurt met sensoren die
zich bevinden aan de binnenzijde van de voorportieren. Om de correcte
werking van de zij- en hoofdairbags te garanderen, mogen noch de por-
tieren, noch de portierpanelen gewijzigd worden (bijv. door naderhand
luidsprekers in te bouwen). Indien schade aangebracht wordt aan het
voorportier kan de correcte werking van het systeem aangetast worden.
Alle werkzaamheden aan het voorportier moeten in een gespecialiseerde
werkplaats uitgevoerd worden.
'Veilig op weg' Bediening Advies en actie Technische Gegevens