95
Meetbedrijf
ƽ
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden.
Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 50
V ACrms of 75 V DC kan staan! Levensgevaarlijk!
Controleer voor aanvang van de meting de aangesloten meettoebehoren op bescha-
digingen, zoals sneden, scheuren of afknellingen. Defecte meettoebehoren mogen
niet meer worden gebruikt! Levensgevaarlijk!
Pak tijdens het meten de tangtransformator en de meetsnoeren niet boven de tast-
bare handgreepmarkeringen vast.
Het meten mag alleen worden uitgevoerd als de batterij- en zekeringsvak volledig
gesloten zijn. Bij een geopend vak zijn alle meetbussen mechanisch tegen insteken
beveiligd.
Ꮨ
Er mogen altijd alleen die twee meetsnoeren op het meetapparaat aangesloten zijn, die
nodig zijn voor de meting. Verwijder om veiligheidsredenen alle niet benodigde meet-
snoeren uit het apparaat.
☞
Voor elke meetfunctie wordt de juiste aansluitvolgorde van de meetbussen op het display
aangegeven. Houd hier mee rekening bij het aansluiten van de meetsnoeren op het meet-
apparaat.
Zodra “OL” (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, hebt u het meetbereik
overschreden.
a) Meetapparaat inschakelen
Draai de schakelaar op de betreffende meetfunctie (4). Draai de schakelaar op de stand „OFF“ om het
apparaat uit te zetten. Schakel het meetapparaat altijd uit als u het niet gebruikt.
ƽ
Voordat u het meetapparaat kunt gebruiken, moeten eerst de meegeleverde batterij geplaatst
worden.
Het plaatsen en vervangen van de batterijen wordt in het hoofdstuk „Onderhoud en reiniging“
beschreven.
Meet de spanning voordat de tangtransformator (CLA40) wordt verwijderd van de DMM
(VC280)