ONDERHOUD EN SERVICE
370
Motorolie - controleren en bijvullen
Een elektronische oliepeilsensor detecteert het
oliepeil.
4-cil.
Vulpijp
4
.
In sommige gevallen moet olie worden bijgevuld
tussen de servicebeurten door.
Aanpassing van het motoroliepeil is niet nodig
voordat er een melding op het bestuurdersdisplay
verschijnt, zie volgende afbeelding.
Melding en grafische voorstelling op display. Het linker
display verschijnt op een digitaal instrumentenpaneel en
het rechter op een analoog.
Melding
Motoroliepeil
Wanneer de motor afgezet is, kunt u het duimwiel
gebruiken om het oliepeil te laten controleren
door de elektronische oliepeilsensor, zie Menu-
functies - instrumentenpaneel (p. 115).
WAARSCHUWING
Bij het verschijnen van de melding
Olieservice vereist moet u een werkplaats
opzoeken – geadviseerd wordt een erkende
Volvo-werkplaats. Het oliepeil is mogelijk te
hoog.
BELANGRIJK
Vul bij een melding dat het oliepeil gering
alleen de aangegeven hoeveelheid olie bij, bij-
voorbeeld 0,5 liter.
N.B.
Na het bijvullen of aftappen van olie duurt het
even voordat het systeem wijzigingen in het
oliepeil kan waarnemen. De auto moet
ca. 30 km hebben gereden en vervolgens 5
minuten op een vlakke ondergrond hebben
stilgestaan met de motor afgezet, voordat het
weergegeven oliepeil correct is.
WAARSCHUWING
Mors geen olie op de hete uitlaatspruitstuk-
ken, aangezien er dan brand kan ontstaat.
4
Bij een motor met elektronische oliepeilsensor ontbreekt de peilstok.