ONDERHOUD EN SERVICE
}}
371
Oliepeil meten, 4-cil.
Houd voor controle van het oliepeil de onder-
staande procedure aan.
1.
Activeer contactslotstand II, zie contactslot-
standen - functies in verschillende standen
(p. 84).
2. Draai het duimwiel op de linker stuurhendel
naar stand
Oliepeil.
> Vervolgens verschijnt informatie over het
motoroliepeil.
Voor meer informatie over de menufunc-
ties, zie Menufuncties - instrumentenpa-
neel (p. 115).
N.B.
Als niet is voldaan aan de voorwaarden voor
de meting van het oliepeil (verstreken tijd na
motoruitschakeling, hellingshoek van de auto,
buitentemperatuur et cetera), zal de melding
Niet beschikbaar niet verschijnen. Dit bete-
kent niet dat een van de autosystemen een
storing vertoont.
5-cil. diesel
Vulpijp
5
.
Aanpassing van het motoroliepeil is niet nodig
voordat er een melding op het bestuurdersdisplay
verschijnt, zie volgende afbeelding.
Melding en grafische voorstelling op display. Het linker
display verschijnt op een digitaal instrumentenpaneel en
het rechter op een analoog.
Melding
Motoroliepeil
Wanneer de motor afgezet is, kunt u het duimwiel
gebruiken om het oliepeil te laten controleren
door de elektronische oliepeilsensor, zie Menu-
functies - instrumentenpaneel (p. 115).
WAARSCHUWING
Bij het verschijnen van de melding
Olieservice vereist moet u een werkplaats
opzoeken – geadviseerd wordt een erkende
Volvo-werkplaats. Het oliepeil is mogelijk te
hoog.
5
Bij een motor met elektronische oliepeilsensor ontbreekt de peilstok.