druipwater van de zijopening van de gecombineerde klep/ veiligheidsklep
voorziet. De waterafvoerleiding moet een constante neerwaartse helling
hebben, in een tegen vorst beschermde omgeving worden geplaatst, en de
uiteinden moeten open blijven naar de buitenlucht.
Na de aansluiting van de boiler op het watervoorzieningssysteem moet zijn
waterreservoir worden gevuld met water. Dit dient als volgt te gebeuren:
џOpen volledig de warmwaterkraan van de verst gelegen mengkraan.
џOpen de afsluiter (4 van afb. 8)
џWacht totdat de lucht uit de installatie komt en totdat een flinke,
krachtige waterstraal uit de kraan na een halve/hele minuut stroomt.
џSluit de warmwaterkraan.
џTil de hendel van de gecombineerde klep op (5 op afb. 8) en wacht 30-
60 seconden totdat flinke, krachtige waterstraal uit de zijopening van
de klep stroomt.
џSluit de hendel van de klep.
W AARSCHUWING! Indien er geen water uit de opening van de klep
ko mt o f d e w at e rs t ra al z w ak i s ( bi j e e n no rm a le d r uk v a n de
w a t e r l e i d i n g ) , d u i d t d i t o p e e n s t o r i n g e n b e t e k e n t , d a t e r
ver on tr ei ni gin ge n ui t d e wat er le id in g z ij n g ek om en o f d ez e zij n
veroorzaakt door de leidingskoppelingen, die de ontlastklep van de
gecombineerde klep hebben verstopt.
V oordat u deze storing heeft verholpen, is het absoluut VERBODEN het
apparaat aan te sluiten op het elektriciteitsnet!
W AARSCHUWING! Het niet naleven van de vereisten voor aansluiting
o p h e t w a t e r v o o r z i e n i n g s s y s t e e m k a n e r v o or z o r g e n d a t h e t
w a t e r r e s e r v o i r n i e t g e v u l d w o r d t e n k a n e e n d e f e c t a a n h e t
verwarmingstoestel veroorzaken, en als de gecombineerde klep foutief of
helemaal niet gemonteerd is, kan dit leiden tot onherstelbare schade aan
he t wa t er re s er vo ir, o f a nd er e m a te ri ël e e n i m ma te ri ë le s ch a de
veroorzaken. De gevolgen hiervan worden niet gedekt door de garantie
van de fabrikant of de verkoper en de kosten zijn voor rekening van de
gebruiker , die de vereisten van deze handleiding niet heeft nageleefd.
W AARSCHUWING! De gecombineerde klep is een zekering die de
veiligheid van de boiler waarborgt. Het gebruik van een boiler met een
defecte, verwijderde of niet-gemonteerde gecombineerde klep is ten
strengste VERBODEN!
De aansluiting van de boiler op het watervoorzieningssysteem mag slechts
worden uitgevoerd door een vakman.
De veiligh eidsklep dient om indien nodig water uit het waterres ervoir te l aten
stro men. Dit gebeu rt op de volg ende manier:
џSchakel de boiler uit van de stroomvoeding door middel van een
buiteninrichting/ (aan/uit) schakelaar en voor meer zekerheid wordt de
boiler uitgeschakeld via de elektrische zekering van de boiler.
џStop de toegang van koud water naar het toestel - sluit de afsluiteer (4
van afb. 8).
џOpen d e k raa n v oor w arm wat er of kopp el de war mwa terp ijp
(uitlaatpijp) van de boiler los.
џTil de hendel van de gecombineerde klep (5 van afb. 8) omhoog en
wacht totdat er geen water meer uit de opening van de klep komt.
Deze handelingen zorgen er niet voor dat het waterreservoir volledig leeg
stroomt. Dit kan namelijk slechts door een specialist worden gedaan, omdat
hiervoor het losmaken van het elektrische circuit van het toestel en het
verwijderen van de flens van de boiler nodig is.
W AARSCHUWING! Het inschakelen van de elektrische voeding van de
boiler is ten strengste VERBODEN terwijl het waterreservoir deels of
volledig leeg is! Alvorens het toestel opnieuw in te schakelen, dient u het
waterreservoir met water te vullen.
W AARSCHUWING! Wanneer het waterreservoir volledig of deels leeg
is, is de circulatie van koelmiddel door de warmtewisselaar van de boiler
VERBODEN.
W AARSCHUWING! Bij aftappen van water uit het waterreservoir moet
men de noodzakelijk maatregelen nemen om waterschade door het
lekken van water te voorkomen.
A A N S L U I T E N VA N D E B O I L E R M E T E E N
W A R M T E W I S S E L A A R O P D E
BIJVERW AMINGSINRICHTING
De boiler met warmtewisselaar wordt aangesloten op de alternatieve
bijverwarmingsbron in overeenstemming met alle vereisten van de speciale
aanvullende instructies van het bedrijf, dat het ontwerp voor installatie heeft
opgemaakt. Het is verplicht om alle meegeleverde en/of aanbevolen
onderdelen te monteren die dit bedrijf heeft aanbevolen ten aanzien van
veiligheid, monitoring en functioneren van de installatie.
W AARSCHUWING! Het is verboden om afsluiters tegelijkertijd aan de
beide uitlaten (aan de invoer- en uitvoeruitlaat) van de boiler aan te
brengen. Wanneer de warmtewisselaar van de boiler tijdelijk niet
aangesloten is op de alternatieve warmtebron, dient deze met een
oplossing van propyleenglycol, geschikt voorverwarmingssystemen,
gevuld te worden.
Het aansluiten van de boiler met de warmtewisselaar op de aanvullende
warmtebron dient te worden uitgevoerd slechts door gekwalificeerde
technici, gespecialiseerd op dit vakgebied en in overeenstemming met het
door hen opgemaakte ontwerp.
A A N S L U I T E N V A N D E B O I L E R O P D E
ELEKTRISCHE INST ALLA TIE
W AARSCHUWING! Sluit de boiler niet aan op de elektrische installatie
voordat u zeker bent dat het waterreservoir vol met water is! Controleer!
De boiler is een toestel met een bescherming tegen elektrische schokken
„Klas I”, die een geaarde aansluiting op uw elektrische installatie vereist.
De elektrische schema’s van de boilers zijn weergegeven op afb. 10-14.
De elektrische voeding van de boiler is 230 V~ en geschiedt door een apart
circuit met een geïsoleerde driedraads kabel waarbij elke draad een
2
di a me t e r he e f t va n 2 , 5 m m ( f as e , n u l e n aa r de ) . I n di e n e r e e n
tw e ed r aa d ka b e l wo r dt g e br u ik t , d a n di e nt e e n va k ma n e e n e xt r a
b es c h e r m e n d e g e l e i d e r t e in s t a l l e r e n d i e h e t e l e k t ri s c h e pa n e e l
rechtstreeks met de boiler verbindt Indien de aarding geleider/draad
tussenliggende verbindingen heeft, dienen deze goed te worden bevestigd
om losraken te voorkomen. Wanneer dit niet het geval is, is het toestel
mogelijk niet goed aangesloten, waardoor de veiligheid in vraag brengt.
W AARSCHUWING! Het is VERPLICHT in het elektrische circuit naar de
boiler een inrichting te installeren die bij overspanningscategorie III een
volledige ontkoppeling van alle polen biedt. De geleiders van het circuit
tussen de inrichting en de elektrische ingangsklemmen van de boiler
mogen niet worden onderbroken door een zekering. Indien de boiler in
de nabijheid van een douchecabine of bad wordt geïnstalleerd, dan dient
het elektrische schakelapparaat zich buiten deze ruimte te bevinden.
Alle uiteinden van de geleiders (kabel) van het toestel's elektrische circuit
moeten correct worden aangesloten op het elektrische hoofdschakelbord,
op de aanvullende inrichting en op het koppelpunt van de boiler met de
elektrische installatie. Het is absoluut noodzakelijk dat er een zekering van
10 Ain het fase circuit is geïnstalleerd bij een vermogen van het toestel tot 2
kW , en een van 16 A bij een vermogen van de verwarmingsinrichting van 3
kW . De elektrische installatie waarop de boiler worden geïnstalleerd, moet
zijn gebouwd in overeenstemming met de geldende regelgeving. Het wordt
aanbevolen, indien het volgens de geldende regelgeving niet verplicht is,
d at e r e e n a u t o m a t i s c h e z e k er i n g vo o r b es c h e r m i n g l e k s t r o m e n
(aardlekschakelaar) in het elektrische circuit wordt geïnstalleerd.
De aansluiting van de voedingskabel op de klemmen van het toestel wordt
uitgevoerd na de zorgvuldige verwijdering van de deksel van kunststof,
zodanig dat de elektrische bedrading in het toestel niet losraakt. In
overeenstemming met het aan de binnenkant van de deksel geplaatste
schema, moet de fasedraad van de voedingskabel worden aangesloten op
de klem met aanduiding L (of А1 afhankelijk van het model), de neutrale
draad op de klem met N (of В1), de aarding draad -op de beschermende
klem (schroef of tapeind) gemarkeerd met het symbool voor veilige
aarding. De voedingskabel moet worden beveiligd tegen verplaatsing door
vastdraaien van de beugel, gelegen naast de opening voor de kabel van de
deksel. Na de aansluiting en bevestiging van de voedingskabel wordt de
deksel terug geplaatst en bevestigd met de schroeven en zorg hierbij voor
v o l d o e n d e b e w e g i n g s r u i m t e v o o r d e k a b e l s , t h e r m o s t a a t e n
bedieningsschakelaar .
Indien de gekochte boiler met een vaste voedingskabel en stekker wordt
geleverd, komt de elektrische aansluiting tot stand door de stekker in een
geaa rde w andc ont actd oos t e s tek en. Het s topc ont act mo et op een
afzonderlijke groep zitten, die specifiek voor deze boiler is bestemd. Verder
dient deze zo gepositioneerd te zijn dat deze gemakkelijk toegankelijk is na
de montage van het boiler . De dikte van de stroomdraad dat het stopcontact
31
NL NL