verbindt, moet geschikt zijn voor het elektrische vermogen van de boiler . In
de faselijn moet een zekering (10 A voor vermogens tot 2 kW en 16 А voor 3
kW). De installatie moet volgens de wet-en regelgeving worden gebouwd.
De volledige uitschakeling van de boiler gebeurt door de stekker van de
voedingskabel uit het stopcontact te trekken. Een niet goed werkende of
ongeschikte elektrische installatie, en/of stopcontact met verhoogd gevaar ,
kan oorzaak zijn voor het ontstaan van een ongeval, schade aan het product
en voor het leiden van eventuele schaden aan het milieu, objecten en
wezens.
Na het aansluiten van het toestel op de elektrische installatie moet men de
werking controleren.
WAARSCH UWI NG! He t n iet n ale ven va n d e v ere ist en voo r h et
aansluiten op de elektrische installatie zal de veiligheid van het toestel
verminderen en het gebruik van het toestel zal in dat geval verboden zijn.
Schade die voortkomt uit het niet naleven van de vereisten voor het
elektrisch aansluiten van het toestel, worden niet gedekt door de
garantie van de fabrikant en de verkoper, en zijn voor rekening van de
gebruiker .
Het aansluiten van de boiler op de elektrische installatie en de controle van
de juiste werking van het toestel mag slechts worden uitgevoerd door
specialisten.
GEBRUIK V AN DE BOILER
De boiler wordt ingeschakeld in werkmodus door het drukken van de
opgelichte deel van de knop gemarkeerd met „I”. Door middel van de
draaiknop wordt de gewenste temperatuur van het water ingesteld. Het
branden van de schakelaar toont de aan-stand: de boiler functioneert en het
water wordt verwarmd. Indien de schakelaar uit gaat heeft het water de
ingestelde temperatuur bereikt en is de verwarmingsunit uitgeschakeld. Het
uitschakelen van de werkmodus geschiedt door het indrukken van het
andere einde van de knop, gemarkeerd met „0". De volledige uitschakeling
van de boiler van de elektrische voeding geschiedt via een externe inrichting
voor uitschakeling.
Bij de modificaties met letter “D” in hun nummer schakelt elke brandende
aan/uit knop van de knoppen op het bedieningspaneel één van de
verwarmingsunits aan of uit. Hierdoor kan men de helft of het hele vermogen
van het toestel gebruiken, afhankelijk van de concrete behoeften en
gewenste tijd om het water te verwarmen.
Mode lle n 7 22xx W(W N; W D; WND) ( afb. 1 c) z ijn ui tge rust m et e en
t u i m e l s c h a k e l a a r ( v o o r h e t a a n z e t t e n / u i t z e t t e n v a n h e t
verwarmingselement) en met extra LED-indicatie voor het bedienen van het
verwarmingselement. Modellen 722xxWG(WNG) zijn alleen uitgerust met
LED-indicatie voor de werking van het verwarmingselement en worden
daarom aan / uit-modus geschakeld met het extra apparaat om het toestel
los te koppelen van de voeding.
Op de schaalverdeling rondom de thermostaat knop is een ECO stand.
Wanneer de wijzer van de knop ter hoogte van de markering eco bevindt,
wordt het water naar een optimale temperatuur verwarmd voor gereduceerd
warmteverlies met een lager energieverbruik. Dit met inachtname van
voldoende verwarming van het water voor normaal gebruik. Indien een
groter volume van verhit water nodig is, is het aangeraden om de
thermostaat knop richting maximum te draaien zodat de temperatuur in het
apparaat verder oploopt. Aangeraden wordt om de thermostaat knop in het
ECO gebied te houden indien de boiler voor langere periodes aan staat
zonder direct gebruik van het warme water.
De ingebouwde thermostaat heeft de functie “Antivries”. Wanneer de
thermostaatknop volledig naar links is gedraaid, naar het begin van de
schaal, zal de verwarmingsunit van het toestel aan springen bij een
om ge v in g st em p er a tu ur v a n ro n d 8 - 10 ° C e n ui t sc h ak el e n bi j e en
omgevingstemperatuur van rond 12-15 °C. Hierdoor wordt het water in het
w a t e r r e s e r v o i r b e s c h e r m d t e g e n b e v r i e z i n g b i j d a l i n g v a n d e
omg evin gst emp era tuu r. LET OP! Dez e f unc tie z al het wat er in het
wa t e r v o o r z ie n i n g s s y st e e m v a n d e ka m e r n i e t b e s c h e r me n te g e n
bevriezing!
He t a an -/ ui tz et te n, i ns te ll en e n ge br ui ke n v an d e bo il er s me t e en
ele kt ron isc he b edi eni ng sun it g esc hi edt v olg en s d e v oo rsc hri ft en en
ve r ei s t en , b e sc h r ev e n i n h e t me e g el e ve r d e aa n vu l l en d e b oe k je -
handleiding voor aansluiting en gebruik van een toestel met elektronische
bedieningsunit. Wanneer het om zulke toestellen gaat, is de aanvullende
handleiding een integraal onderdeel van deze handleiding voor installatie
en gebruik.
De temperatuurindicator, gemonteerd aan de buitenschil van het toestel,
gee ft het pro ces v an ver war min g v an het w ate r w eer. D it is gee n
meetinstrument, maar illustreert alleen bij benadering de hoeveelheid warm
water in het waterreservoir.
W AARSCHUWING! Schakel het toestel niet aan wanneer u vermoedt
dat het water in het waterreservoir bevroren is! Dit zal ernstige schade
aan uw toestel tot gevolg hebben.
W AARSCHUWING! Dit toestel mag slechts gebruikt worden door
kinderen boven de 8 jaar en personen met lichamelijke, zintuiglijke of
geestelijke beperkingen of met weinig ervaring en kennis, mits ze
worden begeleid of geïnstrueerd over het veilige gebruik van het toestel
en mits ze de risico’s van het gebruik begrijpen. De kinderen mogen niet
met het toestel spelen. Het is verboden dat de kinderen het toestel
reinigen of onderhouden.
In de gecombineerde klep is een speciale ingebouwde klep die tijdens de
normale werking van de boiler zorgt dat het uitgezette water tijdens de
verwarming door de zijopening van de klep lekt, en voorkomt dat dit water in
de koudwaterleiding binnenkomt. Het volume van dit water is minimaal en
heeft een lage temperatuur . Bij normaal gebruik van de boiler, als ook bij
aanwezigheid van een extra terugslagklep, is het mogelijk dat er wat water
uit de zijopening van de klep lekt. Dit moet niet worden gezien als een defect
en de zijopening van de inlaatcombinatie mag niet worden verstopt, omdat
daardoor het boilervat kapot gaat. De ingebouwde terugslagklep voorkomt
het terugstromen van het water uit het boilervat naar de koudwaterleiding,
bij een eventuele onderbreking van de wateraanvoer.
Het gebruik van de in de boiler ingebouwde warmtewisselaars (voor de
toestellen die daarvan zijn voorzien) voor verwarming van het water in het
waterreservoir , is er een speciale gebruiksaanwijzing, geleverd door de
spe ci ali st en, d ie he t s yst ee m v an w ate rve rw arm in g o p a lt ern at iev e
energiebronnen hebben ontworpen en geïnstalleerd. De naleving van de
aangewezen regels is verplicht.
Wanneer het toestel wordt gebruikt in gebieden met kalkwater , is het
mogelijk dat u een ruis hoort tijdens de verwarming van het water . Dit komt
door het neerslaan van kalksteen op de verwarmingsunit en in het
wat err ese rvo ir. He t v olu me va n d e k alk st een is a fha nke lij k v an de
temperatuur . Wanneer deze hoger is dan 60 °C, neemt het volume van de
neergeslagen kalksteen toe. De neergeslagen kalksteen verslechtert het
werk van de verwarmingsunit, kan schade aan de unit veroorzaken en
verhoogt de verwarmingstijd van het water .
Bij het gebruik van het toestel is het mogelijk dat men wat ruis hoort door het
stromen van het water van de leidingspijpen naar het toestel. Dit wordt
veroorzaakt door de natuurlijke processen van thermische uitzetting en
warmtewisseling.
Wanneer de boiler regelmatig wordt gebruikt voor waterverwarming op een
lagere temperatuur , wordt aanbevolen de thermostaat ten minste eenmaal
per maand op de maximale stand te laten draaien, zodat het water op
maximale temperatuur voor ten minste vierentwintig uur wordt verwarmd en
onderhouden. Dit helpt de groei van bacteriën tegen te gaan.
EXTRA CORROSIEBESCHERMING
Elke boiler met geëmailleerd waterreservoir is voorzien van extra
bescherming tegen corrosie. Deze bescherming bestaat uit een anode,
verva ardig d u it e en s pecia le l egeri ng d ie a lleen we rkt wanne er he t
waterreservoir is gevuld met water. De anode is een verbruiksartikel
(normale slijtage van het element tijdens het gebruik van het toestel) met
een gemiddelde levensduur van 3 jaar. Deze periode is sterk afhankelijk van
het gebruik van het toestel en de eigenschappen van het gebruikte
verwarmingswater . Na het verstrijken van de gemiddelde levensduur is het
noodzakelijk dat een specialist van de door de fabrikant of de verkoper
aangewezen servicecentra, de conditie van de anode komt controleren.
Indien nodig moet de anode worden vervangen door een nieuwe. Het in acht
nemen van de genoemde termijn en de tijdige vervanging van de anode is
essentieel voor het voortbestaan van een effectieve bescherming van het
reservoir tegen corrosie. De beoordeling en vervanging van de anode wordt
niet gedekt door de garantie van de verkoper en fabrikant.
B o i l e r m e t g e ëm a i l l e e r d w a t e r r e s e r v o i r e n a n o de t e s t e r. D e
aanw ezig heid v an de an ode -inf orma tie i s e sse ntie el voo r h et go ed
32
NL NL