17
5.3.2.3 Aangepaste, door de gebruiker gedefinieerde programma's
Er zijn twee aanpasbare gebruikersprogramma's waarmee u uw eigen training kunt maken en opslaan. De
twee programma's, User 1 en User 2, werken op precies dezelfde manier, zodat er geen reden is om ze
apart te beschrijven. U kunt uw eigen aangepaste programma's maken door de onderstaande instructies te
volgen of u kunt elk ander vooraf ingesteld programma dat u als een aangepast programma uitvoert,
opslaan.
Druk op de toets Gebruiker 1 of Gebruiker 2. Het Berichtencentrum toont een welkomstbericht. Als u eerder
een programma had opgeslagen, bevat het bericht uw naam. Druk vervolgens op de Enter-toets om de
programmering te starten.
U wordt nu gevraagd om uw gewicht in te voeren. U kunt de waarde van het gewicht aanpassen met
behulp van de omhoog- en omlaag-toetsen of het numerieke toetsenblok en vervolgens op Enter
drukken om verder te gaan.
Het Berichtencentrum zal u vragen om uw leeftijd in te voeren. U kunt uw leeftijd invoeren met
behulp van de Level Up en Down toetsen, druk dan op de Enter toets om de nieuwe waarde te
accepteren en door te gaan naar het volgende scherm.
U kunt de tijd aanpassen en op Enter drukken om verder te gaan.
Nu knippert de eerste kolom en wordt u gevraagd het weerstandsniveau voor het eerste segment
(SEGMENT > 1) van de training aan te passen met behulp van de toets Level Up. Als u klaar bent met
het aanpassen van het eerste segment, of als u niet wilt veranderen, drukt u op Enter om door te
gaan naar het volgende segment. Het volgende segment zal hetzelfde weerstandsniveau van de
werkbelasting laten zien als het eerder aangepaste segment. Herhaal hetzelfde proces als bij het
laatste segment en druk dan op START om uw oefening te beginnen en het profiel op te slaan.
Als u de weerstand wilt verhogen of verlagen op een bepaalde tijd in het programma, drukt u op de
toetsen Level Up of Down op de console of boven de handgrepen van de hartslagsensor van de
stationaire stuurknuppel.