66 67
3
Geavanceerde technieken
Wanneer de juiste belichting gemeten is, verschijnt de
melding “COMPLETED!” (voltooid).
Om de gemaakte instelling te bevestigen, drukt u op
de “MENU/OK”-knop.
! De gespecificeerde voorkeurwitbalans zoals die door u werd
ingesteld, blijft gehandhaafd tot u een andere witbalans
instelt. Deze witbalans blijft ook gehandhaafd als u de bat
-
terijen uit de camera haalt.
! Nadat u uw opname gemaakt heeft, moet u de kleur (witba-
lans) van het beeld controleren.
• Stel in het instelmenu “SET-UP” de functie “IMAGE
DISPLAY” (beeldweergave) in op “1.5 SEC”, “3 SEC” of
“CONT” (zie blz. 101).
• Zet de cameraschakelaar in de stand “
w”
(weergeven – zie blz. 31).
Verschijnt de melding [OVER] (overbelicht) of [UNDER]
(onderbelicht), dan werd de witbalans niet bij de juiste
belichting gemeten. In dat geval corrigeert u de belich
-
ting: in negatieve zin (–) als de melding [OVER] ver
-
schijnt of in positieve zin (+) als [UNDER] verschijnt.
De functie High-speed fotografie vermindert de tijd die
de camera nodig heeft om scherp te stellen wanneer
de ontspanknop half wordt ingedrukt.
• Scherpstelbereik
Groothoek: circa 2 m tot oneindig
Tele: circa 4 m tot oneindig.
! Als deze functie actief is, zal bij grotere ingestelde gevoelig-
heden de beeldbuis toenemen. Dit is normaal en heeft geen
nadelige invloed op het gefotografeerde beeld.
! Houd er vooral rekening mee dat tijdens fotograferen met de
functie HIGH-SPEED SHOOTING de batterijen sneller leeg
raken.
Fotofuncties Stilstaande beelden fotograferen
Stand Stilstaande beelden fotograferen
*Zie blz. 63 voor het
weergeven van de menu’s
A WITBALANS (SELECTEREN VAN DE LICHTBRON)
Beschikbaar bij de fotofuncties: P, S, A, M
1
2
AUTO: Automatische instelling
(voor opnamen die de sfeer van de
lichtbron weergeven).
O: Voorkeurwitbalans, type 1
P: Voorkeurwitbalans, type 2
6: Opnamen buitenshuis bij mooi weer
7: Opnamen in de schaduw.
9: Opnamen onder TL-licht, kleur: “daglicht”
0: Opnamen onder TL-licht, kleur: “warmwit”
-: Opnamen onder TL-licht, kleur: “koelwit”
8: Opnamen onder gloeilamplicht.
* Wanneer de flitser ontsteekt, wordt de voor de flitser ingestelde witbalans (met uitzondering van de voorkeurwitbalans)
gebruikt. Wilt u met de witbalans een speciaal effect in uw opname bereiken, dan schakelt u de flitser uit (zie blz. 53).
! Afhankelijk van de lichtomstandigheden (lichtbron, enzovoort) kunnen de kleurschakeringen enigszins afwijken.
Piep
Een andere witbalans kiest u wanneer u een opname
wilt maken waarbij de witbalans, op het moment van
de opname, vast is ingesteld op de omgeving en de
verlichting.
Het is mogelijk dat in de stand AUTO de witbalans niet
goed staat ingesteld voor onderwerpen zoals close-
ups van het gelaat en bij opnamen onder het licht van
speciale lichtbronnen. In dergelijke situaties kiest u de
witbalans die bij de lichtbron past. Zie blz. 137 voor
meer informatie over het begrip witbalans.
Voorkeurswitbalans
Deze functie gebruikt u wanneer u de witbalans wilt
instellen op het natuurlijke licht of op het kunstlicht in
uw opnamen. Ook kunt u met deze functie speciale
effecten bereiken:
1 Kies voorkeurswitbalans “O” of “P”.
2 Druk op de “MENU/OK”-knop.
Bij het licht van de lichtbron waarop u de witbalans
wilt instellen, houdt u een blad wit papier zo voor de
camera dat het beeld ervan de hele monitor vult en
stelt dan de witbalans in door de ontspanknop in te
drukken.
! De ingestelde witbalans heeft geen invloed op het in de
monitor getoonde beeld.
Wilt u de tevoren ingestelde witbalans gebruiken,
dan drukt u op de “MENU/OK”-knop, zonder de
ontspanknop in te drukken.
3
◆ Voorbeeld ◆
De witbalans van een te fotograferen beeld kunt u bewust wijzigen door gekleurd papier in plaats van
wit papier te gebruiken.
HIGH-SPEED FOTOGRAFIE
Beschikbaar bij de fotofuncties: