70 71
3
Geavanceerde technieken
Fotofuncties Stilstaande beelden fotograferen
Stand Stilstaande beelden fotograferen
*Zie blz. 63 voor het
weergeven van de menu’s
KLEURDIEPTE Beschikbaar bij de fotofuncties: P, S, A, M
CONTRAST Beschikbaar bij de fotofuncties: P, S, A, M
AUTOMATISCHE PROEFBELICHTING Beschikbaar bij de fotofuncties: P, S, A, M
Automatische proefbelichting
Nadat u de belichtingsinstellingen voor een automati-
sche proefbelichting heeft ingesteld:
1 Houd de knop “f” ingedrukt.
2 Selecteert u de functie “j” door de commando-
knop te verdraaien.
Door bij een meervoudig belichte opname beelden
over elkaar heen te fotograferen verkrijgt u een beeld
dat buiten het bereik van de mogelijkheden van de
normale fotografie ligt.
! Raakt het beeld overbelicht, dan kunt u de juiste belichting
instellen door negatieve belichtingscorrectie toe te passen
(zie blz. 45).
! Bij het maken van de opnamen kunt u uitsluitend optisch
zoomen. De functie digitaal zoomen (zie blz. 29) werkt niet.
! Deze functie wordt geannuleerd wanneer u de functieknop in
de stand “
B”, “ ”, “ ”, “m”, “,”, “/” of “r” zet of
de camera uitschakelt.
Telkens wanneer u een opname maakt, verschijnt
daarvan een controlebeeld.
• Om meer beelden over elkaar heen te maken, drukt
u op de knop “
c”.
• Om het beeld op te slaan, drukt u op de “MENU/
OK”-knop.
• Om naar het voorgaande beeld terug te keren, drukt
u op de knop “
d”.
• Om te stoppen, zonder een van de beelden op te
slaan, drukt u op de knop “DISP/BACK”.
! Er wordt altijd een controlebeeld getoond, ongeacht de
instelling van de functie IMAGE DISPLAY (zie blz. 101).
! Stelt u tussentijds een andere fotofunctie in, dan sluit u daar-
mee de functie meervoudige belichting, zonder dat beelden
worden opgeslagen.
Vanaf het tweede beeld en verder verschijnt in de
monitor het gele functiepictogram “
T”.
Met deze functie past u de beeldkwaliteit aan door de
kleuren een levendiger aanzien te geven of de kleuren
af te zwakken.
HIGH: Zorgt voor diepe, levendige kleuren. Deze
instelling is effectief voor het maken van leven
-
dige opnamen van onderwerpen als landschap
-
pen (blauwe luchten, bladeren, enzovoort).
STANDARD: Met deze instelling bepaalt de camera de
juiste kleurdiepte.
LOW: Zorgt voor zachte kleuren. Deze instelling
levert fraaie beelden waarin de natuurlijke
sfeer van weinig licht is vastgelegd.
! Selecteert u in het menu “J” FinePix COLOR de functie
“R” p-CHROME of “T” p-B&W, dan schakelt u daar-
mee deze instelling uit.
Met deze instelling accentueert u of verzacht u het
contrast.
HARD: Accentueert het contrast. Deze instelling zorgt
voor scherpte, heldere beelden.
STANDARD: Met deze instelling bepaalt de camera
het juiste contrast.
SOFT: Verzacht het contrast. De kans dat heldere
vlakken bleker worden is geringer terwijl donke
-
re vlakken minder snel volledig zwart worden.
! Selecteert u in het menu “J” FinePix COLOR de functie
“R” p-CHROME of “T” p-B&W, dan schakelt u daar-
mee deze instelling uit.
Met deze functie fotografeert u hetzelfde beeld met
verschillende belichtingsinstellingen. Bij een automa
-
tische proefbelichting fotografeert u een reeks van
3 (drie) beelden met vooringestelde belichtingsafwij
-
kingen. Van de opnamen is er één goed belicht. De
beide andere zijn met een bepaalde belichtingswaarde
overbelicht respectievelijk onderbelicht.
• Automatisch belichtingsbereik (3)
± 1/3 EV; ± 2/3 EV; ± 1 EV.
zie blz. 137 voor meer informatie over EV.
! Vallen het onderbelichte en het overbelichte beeld buiten het
regelbereik van de camera, dan wordt de opname niet met
de gespecificeerde belichtingsstappen gemaakt.
! De flitser kunt u bij deze opnamen niet gebruiken.
! Deze functie maakt weliswaar 3 (drie) opnamen, maar als de
ruimte op het kaartje onvoldoende is voor drie opnamen, dan
worden de proefopnamen niet gemaakt.
1
2
1
2
MEERVOUDIG BELICHTE OPNAMEN Beschikbaar bij de fotofuncties: P, S, A, M
• Schakelt u de functie MULTI-EXPOSURE (meervoudige belichting) in, dan zijn de functies voor repete-
rende opnamen en automatische proefbelichting niet langer beschikbaar.
• Tijdens de opnamen kunt u de fotomenu instellingen en de kwaliteitsinstelling niet wijzigen.
• Aan het aantal opnamen zijn geen beperkingen gesteld.