SH1
Het vermogen kan bij gereed voor training of tijdens de training met de -/+ toetsen met 5 Watt
verhoogd of verlaagd worden.
Training
In het voorbeeld van het trainingsprogramma “vermogen (manueel)“ count down wordt het
trainingsscherm getoond.
Als u met 10 O/min begint te trappen start de trainingscomputer.
Tijdens de training heeft u de mogelijkheid het meervoudige scherm te wisselen, om meer infor-
matie te bekijken.
“Weergave” indrukken, u wisselt van gegevensveld.
Weergave :
Actuele training
In het meervoudige scherm worden de trainingswaardes oplopend volgorde en weergave de ge-
programmeerde waardes terugtellend weergegeven.Hier in het voorbeeld is het vermogen tot
125 Watt verhoogd en de polsslag tot 90 slagen/min. gestegen.
Is een programmering tot “nul” teruggeteld, wordt deze vervolgens optellend weergegeven.Is de
laatste programmering bereikt, hoort u een kort signaal.
Aanwijzing:
Aanwijzing:
Trainingsfuncties
Polsslagbewaking (doelpolsslag)
Heeft u onder doelpolsslag een bewaking geactiveerd, wordt uw polsslag voor en tijdens de training
bewaakt. De bewaking meldt zich bij een overschrijding van 11 slagen met een HI in het polsslag-
veld.
Als de doelpolsslag 11 slagen onder de programmering ligt, ziet u een LO.
De onderste grens wordt alleen getoond als u traint en de doelpolsslag al een keer bereikt werd.
Polsslagbewaking (maximale polsslag)
IHeeft u de maximale polsslagbewaking geactiveerd en uw polsslag overschrijdt deze waarde,
wordt MAX getoond en het hartsymbool wordt groter weergegeven. Is een alarmsignaal geacti-
veerd, hoort u bovendien een dubbel alarmsignaal.
Toerental- / vermogenbewaking
Een niet te bereiken combinatie van vermogen en toerental wordt door de apparaten met pijl om-
hoog en pijl omlaag bij de trapfrequentie getoond. Bijvoorbeeld: een vermogen van 400 Watt
met 50 O/min en 25 Watt bij 120 O/min is apparaattechnisch niet mogelijk. De pijlen wijzen
erop dat u sneller of langzamer moet trappen om het vermogen mogelijk te maken.
Herstelpolsslagmeting
De herstelpolsslagmeting is de polsslagmeting binnen één minuut. Daarbij wordt terwijl de tijd te-
rugloopt uw polsslag aan het begin en einde van de tijdmeting gemeten, het polsslagverschil be-
rekend en daaruit een conditiecijfer berekend.
De herstelpolsslagfunctie wordt alleen bij een gemeten polsslagwaarde aangeboden.
Aanwijzing:
Aanwijzing:
15
NL