4. UW DOEL BEREIKEN - BEGIN MET DE TRAINING
In het menu Training (Exercise) kunt u trainingsgegevens, zoals hartslag, trainingsduur en energieverbruik, bekijken en
registreren.
4.1 TRAININGSREGISTRATIE STARTEN
1. Draag de borstband zoals beschreven in “Hartslagmeting”. Wanneer u tijdens een trainingssessie de borstband draagt,
berekent de polsunit automatisch het aantal verbruikte calorieën en de andere trainingsgegevens waarvoor de hartslag
als uitgangspunt dient.
2. Begin met de tijdweergave op het display. Druk op OK.
3. Exercise (Training) wordt weergegeven. De polsunit begint automatisch uw hartslag te zoeken. Druk op OK.
4. In de bovenste rij worden Exercise (Training) en de naam van de volgende trainingssessie afwisselend weergegeven.
Selecteer START (Start) met / .
Druk op OK om uw trainingssessie op te slaan. De trainingstijd begint te lopen.
Als u een andere trainingssessie wilt doen dan de sessie die in de bovenste rij wordt weergegeven, gebruikt u / om
SETTINGS (Instellingen) te selecteren. Druk op OK.
Druk op de knoppen / en selecteer EXERCISE (Training). Druk op OK.
Selecteer de trainingssessie die u wilt doen met / en druk op OK totdat de trainingssessie wordt gestart en de
trainingstijd loopt.
• Als OwnZone (Persoonlijke hartslagzone) wordt weergegeven, raadpleegt u “OwnZone”.
• Als u het bepalen van OwnZone® wilt overslaan en de eerder vastgestelde persoonlijke hartslagzone wilt gebruiken,
drukt u op OK. Als u dit doet zonder uw persoonlijke hartslagzone eerder te hebben bepaald, worden de hartslaglimieten
gebaseerd op uw leeftijd.
• Als u een training hebt geselecteerd maar uw OwnZone niet wilt bepalen, kunt u de OwnZone-functie uitschakelen in de
“Programma-instellingen” voordat u met de training begint. Als u Manual exercise hebt geselecteerd, is het ook mogelijk
de ingestelde hartslaglimieten te wijzigen in “Traningsinstellingen”.
• Als START WITH BASIC SETTINGS (Start met de basisinstellingen) verschijnt, ontbreken bepaalde basisinstellingen.
Druk op OK om alle instellingen te definiëren. Zie voor meer informatie “Basisinstellingen”.
4.2 FUNCTIES TIJDENS DE TRAINING
Opmerking: Uw trainingsgegevens worden alleen opgeslagen als de stopwatch langer dan één minuut is ingeschakeld.
De tijd controleren
Houd de polsunit dicht bij het Polar logo op de borstband. De tijd (Time) en uw huidige hartslag worden weergegeven.
Trainingsgegevens controleren
Ga met / naar een van de volgende opties:
Exercise (training)
Trainingsduur
Afhankelijk van de instellingen wordt uw hartslag weergegeven in slagen per minuut (hsm) of
als percentage van uw maximale hartslag (%HF
max
). De pijltjes naast het symbool geven
aan dat uw hartslag zich onder of boven de aanbevolen zone bevindt.